Gisterochtend stond ik lekker vroeg al buiten om een becak te nemen naar ViaVia waar ik om 8 uur opgehaald zou worden door Rita. Met Rita, Agus (een nieuwe gids ‘in opleiding’), een chauffeur en 2 Belgische gasten gingen we op pad. Het Belgische stel zou met Rita in een paar dagen over land richting Bali reizen en ik mocht met ze mee voor hun eerste etappe: naar candi’s Ceto en Sukuh. Ik had de Belgen nog niet eerder gezien maar het bleek een heel leuk stel te zijn die voor hun 10 jarig huwelijk met z’n tweeën (zonder kinderen) 3 weken door Indonesië reizen. In de auto konden we gezellig kletsen waardoor de ruim 3 uur durende rit vrij snel voorbij ging. De eerste stop was candi Ceto (tempel Ceto).
Candi Ceto ligt op ongeveer 1400 meter hoogte, 40 kilometer van Solo af op de flank van de Lawu vulkaan. Het is een Hindoeïstische tempel, gebouwd in de 15e eeuw en herontdekt door van der Vlies in 1842. De tempel staat bekend om de vruchtbaarheidssymbolen waar de Javanen nog steeds hun offers aan komen brengen. Vanaf deze tempel zijn er in 3 uur door de kruidnagel en theeplantages, velden met wortel, peultjes en tabak naar candi Sukuh gelopen. Het was een hele mooie wandeling! Veel verschillende dingen gezien onderweg; dus verschillende plantages en velden waar al dan niet mensen aan het werk waren maar ook diverse bossen et cetera. Gelukkig was het een beetje bewolkt en hadden we dus niet de hele tijd volle zon, want ik weet niet of ik het dan net zo leuk had gevonden! Haha. Het was nu eigenlijk wel warm genoeg
Ondanks dat Candi Sukuh ook op de helling van de Lawu vulkaan ligt en net als candi Ceto in de 15e eeuw is gebouwd zijn ze heel anders. Candi Sukuh was één van de laatste bouwwerken voordat de Islam Java overspoelde in de 16e eeuw. Daarnaast heeft deze tempel (voor Indonesië) een hele bijzondere vorm, de tempel heeft de vorm van een piramide. Wat ook heel bijzonder is aan candi Sukuh is dat de pramide niet volgens de bestaande richtlijnen voor Hindoeïstische tempels is gebouwd, anders dan andere tempels is candi Sukuh niet symmetrisch maar loopt trapsgewijs op. De Sukuh tempel is, net als candi Ceto, rijkelijk versierd met vruchtbaarheidssymbolen en een aantal mooie reliëfs die fragmenten uit het Ramajana en het Mahabharata-epos tonen. De vruchtbaarheidssymbolen zijn soms erg expliciet, zoals een groot beeld van een stijve penis (met 2 geïmplanteerde balletjes naast de eikel voor extra genot voor de vrouw) of een beeld van een man die zijn eigen, stijve, penis in zijn hand heeft.
Ondanks dat candi Ceto en Sukuh heel bijzonder zijn worden ze maar weinig bezocht door toeristen, waarschijnlijk door de (afgelegen) ligging. Na ons bezoek aan de tempels hebben we gezellig samen gegeten en zijn we vroeg naar ons hotel gegaan om lekker op te frissen, uit te rusten en vroeg te gaan slapen. Toen we aankwamen bij het hotel was het al donker maar zelfs in het donker zag het uitzicht er veelbelovend uit. Vanochtend werd die belofte inderdaad ingelost en hebben we kunnen ontbijten ten overstaan van een prachtig vergezicht (ondanks de lichte bewolking). Helaas was het vannacht een beetje koud (wat een hele grappige vermenging van mijn dromen met de werkelijkheid opleverde!) en heb ik (misschien daardoor?) een beetje onrustig geslapen en was ik dus nog steeds redelijk moe.
Na het ontbijt ging het reisgezelschap verder richting Bromo en in weer terug naar Jogja. Ik werd afgezet bij het busterminal waar ik de bus naar Solo kon nemen. Daarop volgde er een reis van enkele uren met de bus, becak, trein en weer met de becak maar 5 uur nadat we waren vertrokken uit het hotel was ik weer thuis in Jogja. Ondanks dat ik warm en plakkerig thuis kwam heb ik er wel van genoten. Het was een goede gelegenheid om in een ontspannen situatie nog eens mijn Indonesisch te oefenen met wat mensen (lees: niemand kan ergens heen dus dan ga je vanzelf met elkaar praten) en dat was leuk. Veel complimenten gehad over mijn Indonesisch (altijd leuk), al waren ze meer dan eens niet helemaal waar (zoals: “je spreekt al vloeiend Indonesische…” heel lief maar niet waar ). Alles ging eigenlijk ook vrij soepel. Rita had bij het hotel alvast voor me gevraagd hoeveel de bus ongeveer zou kosten en hoe ver het was van de bus terminal in Solo naar het treinstation (voor de kosten van de becak). Dat was erg fijn, en gelukkig kan ik het onderweg natuurlijk gewoon vragen . Zo heeft een man in een uniform bij de bus terminal in Solo (die ik wilde vragen wat een redelijke prijs zou zijn voor de becak) me nog heel vriendelijk geholpen met onderhandelen met de becak chauffeur toen die me probeerde af te zetten (lees: hij zei tegen de chauffeur dat die moest zakken met de prijs toen hij niet met mij wilde onderhandelen)! Haha. Op het trein station kon ik mooi even checken of ik wel in de goede trein naar Jogja zou stappen bij de vrouw waar ik tijdens het wachten mee had zitten praten. Kortom, genoeg behulpzame mensen. Dat was een mooie afsluiting van dit leuke uitstapje!!